Tekort aan Vitamine D?
Een vitamine D tekort komt heel vaak voor. Slechts een klein percentage van de vitamine D wordt geconsumeerd via voedsel (20 %), want voedingsmiddelen hebben over het algemeen een lagere hoeveelheid vitamine D, vergeleken met de productie van de vitamine op huidniveau. In vette vis (vb.zalm, haring, sardines), lever (van kip- of kalfsvlees), levertraan en eigeel vinden we veel cholecalciferol. Groentes bevatten over het algemeen weinig vitamine D (ergocalciferol). De belangrijkste bron van vitamine D is dus niet voeding, maar wel blootstelling aan zonnestraling. We begeven ons met z’n allen veel te weinig in het zonlicht, waardoor tekorten heel vaak voorkomen. Meer dan 95% van de bevolking loopt een risico op een vitamine D-tekort* door een inadequate opname.
*Moyersoen et al. Intake of fat-soluble vitamins in the Belgian population : adequacy and contribution of foods, fortified foods and supplements. Nutrients 2017;9:860.Er zijn verschillende risicogroepen voor vitamine D-tekort:
-
Iedereen die het grootste deel van zijn tijd binnenshuis doorbrengt en niet genoeg zonlicht krijgt.
-
Mensen met een donkere huid: De verhoogde hoeveelheid melanine in de huid maakt het moeilijk om vitamine D aan te maken.
-
Bij gebruik van zonnecrème: Dit product blokkeert UVB-stralen en verhindert de vorming van vitamine D
-
Tijdens de zwangerschap en bij borstvoeding is er een verhoogde behoefte aan vitamine D.
-
Veganisten en vegetariërs: Vitamine D uit plantaardige voeding is moeilijker op te nemen dan vitamine D uit voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong.
-
Volwassenen van >55 jaar: Naarmate de leeftijd stijgt, neemt het vermogen van de huid om cholecalciferol te vormen af.
-
Bij chronische nier,- darmziektes of leverstoornissen: De opname van vitamine D in het spijsverteringskanaal is bij darmziektes verstoord. De activering van vitamine D gebeurt in de lever en in de nier.